De andere kant van het verhaal..
Vele mooie verhalen hebben de pagina’s van dit weblog al gesierd. Daar onze vakantiestemming de overheersende factor vormt in al dit poëtische gebrabbel, is het een feit dat er veel onverteld blijft op het gebied van armoede en onrechtvaardigheid.
Waarschijnlijk zitten de meeste mensen er niet eens op te wachten om een klaagzang op het netvlies te krijgen die verhaalt over de miserabele omstandigheden waarin de mensen hier leven. Zet het nieuws maar aan en er is genoeg ellende te zien, toch?
Toch zou ik (Ruben) dit een waardeloos blog vinden als er niet op zijn minst 1 keer verteld werd over de vervelende, nare en soms hartverscheurende beelden die zowel Pascal en ik te zien kregen. Nee, niet op TV bij een Braziliaanse, Argentijnse of Chileense vriend op de bank, maar op straat. Een beeld dat je niet wegzapt om het te kunnen compenseren met een muziekzender of je favoriete soap, maar een beeld dat in je hoofd gehamerd wordt om er niet meer uit te gaan.
In Fortaleza, is de armoede voelbaar en zichtbaar in alle delen en lagen van de samenleving. De omheinde villa’s of zelfs middeklasse huizen met ingemetselde glasscherven op de muur en een collectief ingehuurde particuliere beveiliging is meer regel dan uitzondering. Een bedelende moeder met een klein ukkie in de armen naast de ingang voor een bank is een praktijk die je in grote verwarring brengt. Is het nou een hartverscheurend tafereel dat de moeder met het huilende kind geen eten op de plank weet te krijgen, of is het een uiterst smerige geraffineerde truuk om geld uit de zak van toeristen te kloppen?
Tijdens ons verblijf in de toeristloze contreien van Fortaleza werd een andere realiteit zichtbaar. Kleine kinderen, met een harde blik in de ogen die elke twijfel van een geveinsde honger wegnamen, liepen veel te laat op de avond standaard hun vaste restaurants af om om een hapje eten te bedelen. Dit liet je keer op keer met een gevoel achter die een nasmaak gaf aan elke hap van de heerlijke maaltijd die voor je stond.
Een bezoek aan de favelas liet ons ook met een vertwijfeld gevoel achter.
Op het eerste gezicht zag je de extreem krottige bouwsels die voor een huis moesten doorgaan en de ezels en mannen met handkarren die op pad gingen om geld bij elkaar te sprokkelen in de stad. Maar na een tijd erin rondgewandeld te hebben, liep je beduusd weer richting middeklasse met maar één gedachte in je hoofd: Hoe was het mogelijk dat deze mensen, ondanks al hun tegenslagen, vriendelijke, open en gastvrije mensen waren gebleven?!
Stiekem ging ik in mijn hoofd alle onaardige mensen in mijn eigen omgeving af die het wél verdienden om in zulke omstandigheden te wonen en weer werd benadrukt hoe bepalend een geboorteplaats (en niet intelligentie of vaardigheid) voor de verdere ontwikkeling van je leven is. De grootste staaltjes van vindingrijkheid of creativiteit zul je niet in een bedrijf zien dat gevuld is met hoogopgeleide werknemers, maar in een achterwijk waar mensen iedere dag moeten vechten om te kunnen overleven.
Natuurlijk hadden al deze arme mensen profijt van het toerisme, wat betreft het verkopen van allerlei onzinnige goederen, zoals dat op elke toeristische plek het geval is. Maar de vele middagen op onze vaste strandstek lieten een hele duidelijke schaduwzijde van het toerisme zien. Hoewel het voor iedereen wel bekend moge zijn dat de Braziliaanse vrouwen geen afkeer van Europeanen hebben, vielen sommige “stelletjes” op het strand erg op. Vooral nadat we constateerden dat dezelfde vrouwen elke week met andere mannen verkeerden, was de conclusie al snel gemaakt. Nu is prostitutie niet iets wat Nederland vreemd is, maar de grote schaal waarop dit in Fortaleza plaatsvond was verbijsterend en naar verluid word er in de grote meerderheid van de gevallen genoegen genomen met enkel voedsel en onderdak. Met name het grote aantal oudere mannen die met meisjes liepen die de dochter van hun dochter had kunnen zijn, maakte ons vaker dan eens misselijk van afkeer.
De politie in Zuid-Amerika is niet de soort van politie waar je mee in discussie gaat. Waar de gemiddelde agent in Nederland weinig aanzien meer geniet, houdt de agent te Brazilië zich minder met verkeer bezig en meer met criminelen. Veel arme kinderen en jonge bandieten proberen zich op een illegale manier te bevrijden uit de favelas en dit werpt het nodige werk voor de politie op. De schrik zit er goed in bij de Brazilianen; na 22/23u mag men door een rood licht rijden, deuren en ramen gaan dicht bij stoplichten en op straat lopen met een tas is bijna een uitnodiging voor een overval. Deze nijpende toestand geeft de politie als vanzelfsprekend een mandaat om verregaande tegenmaatregelen te nemen. Dit werkt de nodige corruptie in de hand waar Zuid-Amerika bekend om staat.
Toch zijn er uitzonderingen die je mond open doen vallen. Bij ons dagelijkse bezoek aan de fitness-school, viel mijn oog op de ochtendkrant. De krant kopte met dikke letters: Politie vangt bandieten! Deze kop werd ondersteund door de volgende foto, 1 lijk op de achterbank van een auto en 3 languit op straat. Daarbij stonden 2 agenten heldhaftig in de camera te kijken, de foto liet verder qua details niets te raden over. Buiten het feit dat dit een staaltje van buitensporig geweld voorstelt, blijft er ook nog altijd de vraag over of de bandieten werkelijk zo gevaarlijk waren. Meer dan eens zijn ons verhalen ter ore gekomen over agenten die onschuldige arme mensen, zwervers en zwerfkinderen (met name in Rio) ombrengen alszijnde criminelen op de vlucht om op die manier hoger op de ladder te komen. Het is een werkelijkheid die je gewoonweg niet gelooft.
Op weg naar Rio de Janeiro lagen de verwachtingen voor zowel Pascal als mij erg hoog wat betreft de favelas. Ter plaatse bleek dit echter anders te liggen dan gedacht. De favelas waren inderdaad alom tegenwoordig; er bestond bijna geen enkele straat waarin je geen uitzicht had op de krotten die er tegen elke heuvel gebouwd stonden. Er bestond echter één groot verschil; daar waar je in Fortaleza letterlijk tegen de favelas aanliep bij het nemen van een verkeerde afslag, lagen de favelas in Rio op een veilige afstand van waar je ook verkoos te gaan.
Ondanks dit hebben Pascal en ik de meest nare confrontatie met armoede toch in Rio de Janeiro ervaren. Op zoek naar een gezellige plek om een drankje te nuttigen, liepen we met wat figuren uit ons hostel door enkele verlaten straten. In de verte zagen wat zwervers op straat liggen. Op zich niets bijzonders, zelfs niet voor Nederlanders, dus we gingen rustig verder met praten. Toen we de plek met “zwervers” bijna voorbijgelopen waren, keken we toch even naar de bewuste plek daar onze ooghoeken iets “ongewoons” registreerden. Eenmaal gekeken, stond het kippevel op onze armen, de haren in onze nek omhoog, kon ik een gevoel van misselijkheid niet onderdrukken en vanzelfsprekend was het verlangen naar een drankje als sneeuw voor de zon verdwenen. Waarschijnlijk zou geen enkele beschrijving het tafereel goed onder woorden kunnen brengen, maar ik doe een poging met de meest eenvoudige versie; op een perfecte rij lagen (in de volgende volgorde) moeder, kind, kind, vader. De vredige uitdrukking op hun gezicht terwijl ze onder zorgvuldig omgewikkelde dekens sliepen, gaf het geheel de morbide en bijzonder wrange sfeer.
Het zijn stuk voor stuk geen indianenverhalen of overdreven hersenspinsels. We zuigen een hoop onzin uit onze duim om verhalen lekker aan te dikken, maar helaas is dat bij dit artikel niet het geval. Ik heb geprobeerd om het zo objectief mogelijk te houden, want hartverscheurende verhalen zijn makkelijk verzonnen. De dingen die ik geschreven heb, zijn zaken die zowel Pascal als ik in grote mate hebben waargenomen en/of verhalen die in overvloed verteld zijn door locals.
Ik had dit verhaal kunnen ondersteunen met sprekende foto’s die de ellendige toestanden verduidelijkten, maar deze foto’s hebben we niet gemaakt daar we het niet passend vonden een kiekje te maken van andermans schrijnende toestand.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home